SENEGAL 

Woensdag 27 september ‘95

Vroeg aan het ontbijt. Om 8.00 uur vertrek naar Senegal. Er staat een grote Landrover klaar met een Nederlands kenteken deel drie ‘95. Philip is te laat.
Eerst naar Serrekunda geldwisselen. Bij de familie van Philip het eten voor onderweg ophalen. Drinken inslaan in Lamin en daarna richting grens. Onderweg zien we een aantal apen oversteken. Als we foto’s willen maken zijn ze natuurlijk weer verdwenen.

Bij de grens uit de auto en passen laten stempelen. Het landschap is hier veel ruiger dan in The Gambia. De dorpjes zier er nog slechter uit. De mensen gebruiken nog steeds de gebruiksvoorwerpen die wij in het museum hebben gezien o.a. grote houten kommen en stampers om iets fijn te malen.

De volgende halte is Kafountine. Over de lokale markt geslenterd en weer verder door de jungle af en toe denken we dat we mee doen aan Parijs/Dakar als je de wegen bekijkt. Rood zand vol kuilen water of helemaal geen weg, dan maar door gras, riet of rijst tot we op een zandvlakte aankomen. We moeten uit de auto. De auto kan niet verder, dus lopen. Over de zandvlakte. Warm, warm verschrikkelijk. An onder de paraplu. We zien heel veel krabbetjes lopen. Eindelijk komen we aan de rand van de zandvlakte waar bomen staan. We lopen steeds verder tot aan een klein dorpje waar we onder een grote boom in de schaduw gaan zitten. We hebben niets te drinken. Philip zit te praten met mensen bij een huis, een groep kinderen en dieren lopen los rond.

We moeten weer verder, een knul loop mee.
Het schijnt dat we naar Pelikaaneiland gaan. Bij het water (mangrove kreek) aangekomen ligt er een boot. maar die is te groot. De kinderen zijn met onze boot weg. De knul gaat ze halen, roepend en lopend door de kreek. We zitten onder een boom op een berg oesterschelpen de wachten tot hij terugkomt.

Philip besluit net om op te stappen toen de “BOOT” er aankwam.
Een uitgeholde boomstam, heel smal en wankel. Drie kinderen en de knul gaan mee om te roeien. Je moet in het midden gaan zitten en stil anders gaat de boot om. We zitten dus met de tas met video en foto apparatuur in dit bootje. Ton heeft de zenuwen en ik krijg ze pas echt als we vanuit de kreek de rivier op gaan. Ik zie niet hoe mooi het is. Vasthouden en maar naar beneden kijken. Eindelijk zien we het eiland. Het zit werkelijk helemaal vol met pelikanen en andere vogels. Het is de bedoeling dat we om het eiland heen varen, maar daar heb ik echt geen zin in. Ik wil alleen maar terug, wat we dan ook doen. Het wordt een eindeloze tocht terug. Maar we hebben het weer overleefd. We lopen weer terug, bij de huizen worden de sokken en schoenen weer aangetrokken. En zien we kinderen ‘spelen’ met een levende vogel aan een touw die ze in de boom slingeren, de vogel gaat met zijn snavel aan de takken hangen. Niet echt leuk.

senegal1Daar gaan we weer. De zandvlakte is nu watervlakte geworden. Ik besluit m’n sokken en schoenen maar aan te houden en door te lopen want het waterpad bestaat uit schelpen. Ton doet zijn schoenen uit en zoekt het zand op. Aan het einde van het pad moet Ton richting weg, want het wordt diep. Hij glijdt uit met de cameratas over zijn schouder. Philip en An komen hem helpen. An glijdt tot haar middel in het water, en Philip loopt er ook in. Alles loopt goed af de tas is droog gebleven. Eindelijk naar de Landrover. Drinken, drinken, drinken wat smaakt lauw water lekker.

We stappen in en rijden naar een rustig plekje waar we kunnen picknicken. Naast het land/tuin van een boerderij, op het pad wordt het gasstelletje neergezet, de grote schaal rijst met vis (hele grote vis) wordt uitgepakt en warm gemaakt door Philip. Wij zijn bezig met ons handeltje te reorganiseren. Al de natte spullen uitpakken, uitwringen en op de afrastering te drogen hangen. An en ik krijgen de slappe lach. Ik had om brood gevraagd en tot drie keer toe zelfs aangewezen, maar geen brood vandaag. Rijst met vis die we de hele dag al geroken hebben. Maar het smaakt voortreffelijk. Buurman boer komt ook nog even op zijn hurken mee eten, graaiend met zijn handen in de rijstbak. Er is nog veel over. Door buurman boer wordt een schaal gehaald waar al onze borden in worden leeggemaakt. Philip gaat de afwas doen. Een bosje gras en water. Klaar is kees. We voelen ons echt bushmensen,

De landrover weer in en via de grensposten (niet via de smokkelaarsroute want dat duurt een paar uur langer) weer naar het hotel terug. We nemen nog twee liftsters mee. Ze zitten gezellig te babbelen en pinda’s te eten, en gooien hun geld met de pindaschalen uit het raam naar buiten. Jammer dan.

We zijn nu voor de tweede keer in The Gambia.
De flesjes, het gas en de schalen en borden worden weer afgeleverd en na het wisselen op de markt in Serrekunda gaan we weer naar “huis” terug. ‘s-Avonds eten bij Tam Tam en het gebruikelijke programma.